18671 |
doordeweekse kleren |
werkdaagskleren:
wèèrdes kléjer (Q196p Mheer)
|
door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24986 |
doordrenken, nat maken |
doorweken:
durwèèke (Q196p Mheer)
|
met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
dooan (Q196p Mheer),
oi Fransch
daon (Q196p Mheer),
doorn (mv.):
deuan (Q196p Mheer),
deun (Q196p Mheer),
döön (Q196p Mheer),
døən (Q196p Mheer)
|
doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)]
III-4-3
|
24619 |
doornstruik |
doornenstruik:
dönneschtroek (Q196p Mheer)
|
doornstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
20848 |
dopen |
dopen:
doape (Q196p Mheer),
duipe (Q196p Mheer),
dø.pə (Q196p Mheer, ...
Q196p Mheer),
ei keend duipen (Q196p Mheer)
|
doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)]
III-3-3
|
24753 |
dophei |
hei:
WLD
hej (Q196p Mheer)
|
Dophei (erica tetralix een 10 tot 50 cm lage plant. De stengels zijn stijf behaard; de bladeren bevinden zich in 4-tallige kransen, ze zijn smal, ongesteeld en niet afvallend; aan de rand zijn de bladeren klierachtig behaard; de bloemen bevinden zich in [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21311 |
dorp |
dorp:
döörp (Q196p Mheer)
|
dorp [SGV (1914)]
III-3-1
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dørǝpǝl (Q196p Mheer),
drempel:
dø̄mpǝl (Q196p Mheer),
dø̜mpǝl (Q196p Mheer)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
21544 |
dorpskom |
plein:
plei (Q196p Mheer)
|
het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21710 |
dorpsplein |
plein:
plei (Q196p Mheer)
|
een groot plein in het midden van een dorp [bist, biest, aries] [N 90 (1982)]
III-3-1
|