e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scrotum ballen: bølǝ (Millen) Teelzak van de stier. [JG 1a, 1b] I-11
seksen gesekste (zelfst. gebr. volt. deelw.): gǝsɛ.qzdǝ (Millen), seksen: sɛksǝ (Millen) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij sellerie: seͅləri (Millen) [Goossens 1b (1960)] I-7
servituut veldweg: ’n veldwe͂g (Millen) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sierlijke omslagdoek plag: plax (Millen) omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)] III-1-3
sikkel zikkel: zī.kǝl (Millen) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Millen) sinaasappel [ZND 40 (1942)] III-2-3
singel singel: si ̞.ŋǝl (Millen) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
sint-maarten sint-maarten: sent matte (Millen) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-pieter te rome sint-pieter: seent-peeter (Millen) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3