28528 |
zwermlustig volk |
zwermers:
zwɛrmǝrs (Q177p Millen)
|
Volk dat graag zwermt. Een dergelijk volk heeft enige tientallen moerdoppen gebouwd, terwijl een zwermtraag volk het in de regel bij drie of vier moerdoppen zal laten of soms helemaal geen zwermcellen aanzet. [N 63, 39b; N 63, 39d; Ge 37, 121]
II-6
|
21113 |
zwoord |
zwaard:
zwōͅt (Q177p Millen)
|
zwoerd [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
21456 |
één frank |
frank:
het eenkomgeld es êne frang (Q177p Millen)
|
De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|