e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
libel en waterjuffer glazensnijder: glaozesnïjjer (Milsbeek), schoenlapper: schoenlépper (Milsbeek) waterjuffer || waterlibel III-4-2
lichtboom van de handmolen lichtboom: lex˱bǫm (Milsbeek) Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22] II-3
lichte klei zavelgrond: zāvǝlgrōnt (Milsbeek) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichte nevel blaak: blaok (Milsbeek) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
liefkozen knoefelen: Fie.ntje zit mit de poes te knoefele  knoefele (Milsbeek), zie knoefele  knoevele (Milsbeek) knuffelen III-1-4
lieveheersbeestje hemellammetje: heemel-lé.mpke (Milsbeek), himmellé.mke (Milsbeek), lieveheerslammetje: lievenheerslémpke (Milsbeek), lieveheersvlammetje: liefheersvlémke (Milsbeek) lieveheersbeestje III-4-2
ligger ligger: legǝr (Milsbeek) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijden lijden: De zie.ke lïjt é.rge pien  lïjje (Milsbeek) lijden III-1-4
lijder aan open tuberculose open lijder: ōpǝn lęi̯ǝr (Milsbeek) Koe die aan open tuberculose lijdt. Dit is een vorm van tuberculose, waarbij tuberculeuze haarden in het lichaam met de buitenwereld in verbinding staan. Het betreft een zeer besmettelijke vorm. Zie ook het lemma ''lijder aan open tuberculose'' in wbd I.3, blz. 484. [N 52, 17b; N 3A, 85b] I-11
lijfbieden, prolapsus vaginae rooien: (de koe) rōi̯t (Milsbeek) Het uitzakken van de bovenrand van de schede, die dan vooral bij liggende dieren buiten de schaamlippen te voorschijn komt als een roze bal, die meestal gauw min of meer ontstoken raakt. Een prolapsus vaginae ontstaat wanneer er een verslapping optreedt in het weefsel dat de vagina vasthoudt in het bekken. [N 3A, 97; N 52, 30a; A 48A, 44a] I-11