20132 |
loops |
loops:
löps (L163a Milsbeek),
løͅps (L163a Milsbeek),
rams:
rɛms (L163a Milsbeek)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)]
III-2-1
|
31009 |
loopzool |
buitenzool:
bytǝzǭl (L163a Milsbeek)
|
De onderste zool die het tredvlak vormt en in lengte de helft van de binnenzool is. [N 60, 93]
II-10
|
18455 |
loopzool [wld ii.10, p. 42] |
buitenzool:
bŭŭttəzaoḷ (L163a Milsbeek)
|
De onderste zool die het tredvlak vormt en in lengte de helft van de binnenzool is? (buitenzool, loopzool, onderzool, halfzool, halflap?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
19500 |
loper |
loper:
lø̄pǝr (L163a Milsbeek)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
33729 |
losse paal met draad |
los hekken:
los hękǝ (L163a Milsbeek)
|
Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8]
I-8
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
voerbak:
vūrbak (L163a Milsbeek)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
trog:
trǫx (L163a Milsbeek)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|
19619 |
lucifer |
strijker:
strikər (L163a Milsbeek),
strijkerd:
strikərt (L163a Milsbeek),
strijkhoutje:
strikhø͂ͅltjə (L163a Milsbeek),
zwegel:
zwēͅgəl (L163a Milsbeek)
|
lucifer
III-2-1
|
18918 |
lui |
lui:
Hïj is te löj um uut de ooge te kie.ke
löj (L163a Milsbeek)
|
lui
III-1-4
|
18919 |
luieren |
vuiliken:
Zit d¯r nie te voeleke, slaopkop
voeleke (L163a Milsbeek)
|
luieren
III-1-4
|