e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkgebit van kalveren kalvertanden: kalvǝrtānt (Milsbeek) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug zok: ˲sok (Milsbeek) [N 19, 20] I-12
melkkannetje romekan: rōməkan (Milsbeek), romekannetje: roomekènneke (Milsbeek) melkkannetje || melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkkar melkkar: męlǝkkar (Milsbeek), romekar: rōmǝkar (Milsbeek) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe melktype: mɛlktipǝ (Milsbeek) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkkuil uitgang: ytgaŋ (Milsbeek) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11
melkspiegel weerborstel: wɛrbǫrsǝl (Milsbeek) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11
melkstoeltje melkstoeltje: mɛlkstyltjǝ (Milsbeek) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
menen menen: Hum de zak gèève (ontslaan) dat kunde nie meene Ik meen ¯t nie zö slé.cht mit ów Ik? Jao, ik meen ów Gullie minde mit d¯n trèjn te komme  meene (Milsbeek), zie meene  mèène (Milsbeek) menen, bedoelen, van plan zijn III-1-4
menneke, binnenste deel van het hok vork: vø̜rǝk (Milsbeek) Het groepje van boven aaneengebonden schoven die in het midden van een hok staan. Kruis heeft wel betrekking op de werkwijze de middelste vier schoven, waar de andere schoven omheen staan, in een kruisvorm te zetten. Deze vier schoven worden niet overal aan elkaar gebonden. Zie afbeelding 7. [N 15, 32a; JG 1d, 2d; Goossens 1963, krt. 37; monogr.] I-4