e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

Gevonden: 2537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
benieuwen benieuwd zijn: Binde gïj ok zó benèjd  benèjd (Milsbeek), zie benèjd  beni(.)jd (Milsbeek), s nieuws zijn: Ik bin ¯s nï.js of ze ok kómme  ik bin ’s nï.js (Milsbeek) benieuwd || benieuwd zijn III-1-4
beregende steen beregende steen: bǝrē̜.gǝndǝ stēn (Milsbeek) Vormelingen waar het tijdens het drogen op de baan op geregend heeft. Daardoor ontstaan er putjes in de klei, hetgeen in het gunstigste geval stenen van mindere kwaliteit opleverde. [monogr.] II-8
bereide klei modder: mǫdǝr (Milsbeek) In Q 121 werd de klei met de hak bewerkt tot hij goed kneedbaar was. Men zei dan de klei teeg (tsi\x) was. [monogr.] II-8
berk fee: feej (Milsbeek) berkeboompje III-4-3
berkenbezem rijsbezem: rīēsbèssem (Milsbeek), rīs˂bɛsəm (Milsbeek) bezem gemaakt van berketwijgjes (rijsbezem, berkenbezem, berkenboender) [N 20 (zj)] || bezem van twijgen III-2-1
berrie berrie: bø̜ri (Milsbeek) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschuit beschuit: bəsxyt (Milsbeek) beschuit III-2-3
beschuitpap luiwijvenpap: løͅi̯wīvəpap (Milsbeek) beschuitepap III-2-3
besjes aan de aardappelplant krallen: kralǝ (Milsbeek) De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
bestek geschier: gəsxir (Milsbeek) tafelbestek III-2-1