e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachten pachten: paachte (Milsbeek) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pad pad: pad (Milsbeek) pad III-4-2
pad aanmaaien (het is) ingemaaid: iǝngǝmɛ̄i̯t (Milsbeek) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
paling, aal aal: aol (Milsbeek, ... ) aal || paling III-4-2
palmboompje palm: pal(le)me (Milsbeek) palmen III-4-3
pand, bed helft: hęlǝft (Milsbeek), het derde part: ǝt˱ dardǝ part (Milsbeek) Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e] I-1
pannenbier richtbier: rext˱bīr (Milsbeek) De drank, vaak bier, die bij het richtfeest wordt geschonken. [N 88, 184; monogr.] II-9
pannenkoek koek: kūk (Milsbeek) pannekoek III-2-3
pannenlap kwezel: kwezel (Milsbeek) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pantoffel pantoffel: pàntŏĕffəl (Milsbeek), slipper: slippər (Milsbeek) Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)] III-1-3