30990 |
binnenneus |
stijve neus:
stif nø̄s (L163a Milsbeek)
|
Het stijve stuk leer, in de vorm van een schoenneus, dat ter versterking in de neus aangebracht wordt. Zie afb. 37. [N 60, 81a; N 60, 81b]
II-10
|
18449 |
binnenneus [wld ii.10, p. 39] |
stijve neus:
Eerst voeringnéús, dan stiefnéús, dan (gewone) néús.
stiĕfnéús (L163a Milsbeek)
|
Een stijf stuk leer in de vorm van een schoenneus, aangebracht in de neus van een schoen ter versterking? (binnenneus?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
30988 |
binnenzool |
binnenzool:
benǝzǭl (L163a Milsbeek),
inschuiver:
ensxȳvǝr (L163a Milsbeek)
|
Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a]
II-10
|
18448 |
binnenzool [wld ii.10, p. 38] |
binnenzool:
binnəzaoḷ (L163a Milsbeek, ...
L163a Milsbeek),
inschuiver:
inschūūvər (L163a Milsbeek)
|
Een binnenzool? [N 60 (1973)] || Een stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden? (binnenzool?) Vgl. tek. 105 [N 60 (1973)]
III-1-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gǝbet (L163a Milsbeek)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
33938 |
bitringen |
gebitringen:
gǝbetreŋǝ (L163a Milsbeek)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|
33937 |
bitstang |
stanggebit:
staŋgǝbet (L163a Milsbeek)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blad (L163a Milsbeek)
|
blad
III-4-3
|
33194 |
blad van de aanaardhandploeg |
schaar:
sxǭr (L163a Milsbeek)
|
Het werkende deel van de aanaardhandploeg. [N 18, 46a; monogr.]
I-5
|
29734 |
blad van de haag |
blad:
blat (L163a Milsbeek)
|
Verticale laag van één steenlengte. [N 98, 102; monogr.]
II-8
|