e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

Gevonden: 2537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenneus stijve neus: stif nø̄s (Milsbeek) Het stijve stuk leer, in de vorm van een schoenneus, dat ter versterking in de neus aangebracht wordt. Zie afb. 37. [N 60, 81a; N 60, 81b] II-10
binnenneus [wld ii.10, p. 39] stijve neus: Eerst voeringnéús, dan stiefnéús, dan (gewone) néús.  stiĕfnéús (Milsbeek) Een stijf stuk leer in de vorm van een schoenneus, aangebracht in de neus van een schoen ter versterking? (binnenneus?) [N 60 (1973)] III-1-3
binnenzool binnenzool: benǝzǭl (Milsbeek), inschuiver: ensxȳvǝr (Milsbeek) Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a] II-10
binnenzool [wld ii.10, p. 38] binnenzool: binnəzaoḷ (Milsbeek, ... ), inschuiver: inschūūvər (Milsbeek) Een binnenzool? [N 60 (1973)] || Een stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden? (binnenzool?) Vgl. tek. 105 [N 60 (1973)] III-1-3
bit gebit: gǝbet (Milsbeek) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bitringen gebitringen: gǝbetreŋǝ (Milsbeek) De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44] I-10
bitstang stanggebit: staŋgǝbet (Milsbeek) De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42] I-10
blad (alg.) blad: blad (Milsbeek) blad III-4-3
blad van de aanaardhandploeg schaar: sxǭr (Milsbeek) Het werkende deel van de aanaardhandploeg. [N 18, 46a; monogr.] I-5
blad van de haag blad: blat (Milsbeek) Verticale laag van één steenlengte. [N 98, 102; monogr.] II-8