e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwerpselen van koeien flats: flats (Milsbeek), koestront: kustrōnt (Milsbeek) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
unster verstelponder: verstélpunder (Milsbeek) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
vaalbonte koe blauwe: blǭu̯ǝ (Milsbeek) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b] I-11
vaars vaars: vērs (Milsbeek) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelslet: sxotəlslɛt (Milsbeek), veegdoek: vēͅx˂duk (Milsbeek), vēͅx˂dūk (Milsbeek) vaatdoek III-2-1
vader vad: fât (Milsbeek), vât (Milsbeek), vader: vaoder (Milsbeek) vader || vader, pa III-2-2
vals vals: Mi.nsekiender, wa keek dèn kèl va.ls  va.ls (Milsbeek) vals, gemeen III-1-4
van de leg afraken afzakken: (de kip is) afxǝzakt (Milsbeek) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van uitlopers ontdoen afpemen: afpēmǝ (Milsbeek) Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.] I-5
van veren wisselen ruizelen: rȳsǝlǝ (Milsbeek) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12