21666 |
verschuldigd zijn |
in de lat staan:
en de lat hébbe staoṇ (L163a Milsbeek)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34233 |
verse koe |
eerste maal:
ø̜̄stǝ mǭl (L163a Milsbeek),
verse koe:
vǫrsǝ ku (L163a Milsbeek)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
sprēi̯ (L163a Milsbeek)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
rede:
Ze bleef mar pérmtie.re; ze was nie vör rèèje vatbaar Um wavön rèèje is hïj d¯r nie
rèèje (L163a Milsbeek)
|
rede, verstand
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
gescheit (du.):
Ziet geschè.jd én trèk d¯r ów niks van én
geschè.jd (L163a Milsbeek),
verstandig:
Gïj ziet enne versténdige mi.ns, mit ów kan ik praote Zïj pakt da versténdig ân
versténdig (L163a Milsbeek)
|
verstandig
III-1-4
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
klep:
klɛp (L163a Milsbeek)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelander:
eŋǝlɛndǝr (L163a Milsbeek)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|
32577 |
verteerde mest |
kort mest:
kǫrt [mest] (L163a Milsbeek)
|
De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.]
I-1
|
24497 |
verwelken |
versleukeren:
versleukere (L163a Milsbeek)
|
verwelken
III-4-3
|
29642 |
verzakt spoor ophogen |
opstoppen:
opstǫpǝ (L163a Milsbeek)
|
[N 98, 57; monogr.]
II-8
|