e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verzolen verzolen: vǝrzǭlǝ (Milsbeek) Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b] II-10
veter veter: fę̄tǝr (Milsbeek) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
vetgat vetgat: vɛtgat (Milsbeek) Het ondiepe gat in de poot van een werktafel dat gevuld is met vet dat dient om de els glad te maken. [N 60, 193c] II-10
vetkoe vette koe: vɛtǝ [koe] (Milsbeek), vetweider: vɛtwęi̯ǝr (Milsbeek) Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.] I-11
vetleren schoen kistje: kisjəs (Milsbeek) Een ruwgemaakte, vetleren schoen, zwaar van kaliber en oerdegelijk, bedoeld voor de boeren bij het landwerk (ploegschoen, sokschoen?) Hoe ziet deze er uit? [N 60 (1973)] III-1-3
vetleren schoen voor de boer bouwkistjes: bòwkisjəs (Milsbeek) Een ruwgemaakte, vetleren schoen, zwaar van kaliber en oerdegelijk, bedoeld voor de boeren bij het landwerk (ploegschoen, sokschoen?) Hoe ziet deze er uit? [N 60 (1973)] III-1-3
vetweide vetwei: vɛtwɛj (Milsbeek) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
vetweiden vetweiden: vɛtwɛjǝ (Milsbeek) Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b] I-11
vieruursboterham koffiedrinken, het -: koͅfidrēŋkə (Milsbeek) broodmaaltijd (om 16.00 uur) III-2-3
vijf-guldenstuk kastenmannetje: kaaste mènneke (Milsbeek) vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1