e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlug draai: Lôp wat drèjjer, dan kómde nog óp tied Hij lôpt drèj nor de tachentig (aardig)  drèj (Milsbeek), rap: Grötfât is nie zö bar rap mèr (snel ter been)  rap (Milsbeek) snel, vlug || vlug III-1-4
voederbieten mangelen: maŋǝlǝ (Milsbeek), suikerreuven: sykǝrȳvǝ (Milsbeek) Beta vulgaris L. subsp. vulgaris. De algemene benaming van de bieten die gekweekt worden om als veevoeder te worden gebruikt. De voederbiet groeit grotendeels boven de grond, in tegenstelling tot de suikerbiet waarvan alleen de bladerkruin boven de grond uitkomt. De plant gedijt het best op losse vochthoudende zandgrond en verdraagt zware stalmest- of gierbemesting. Het is vanouds een in Limburg veel verbouwd veevoeder dat in het eigen gemengde bedrijf werd benut. Voor de fonetische documentatie van het tweede woorddeel in de samenstellingen zoals voederbieten, waarvan dat tweede element ook als enkelvoudig woord in het lemma voorkomt, zie onder dat enkelvoudig woord, i.c. bieten. In de vragenlijsten is steeds naar de meervoudsvorm gevraagd. [N 12, 38; N 12A, 1; JG 1a, 1b, 1d, 2b, 2c; A 13, 2b; L 43, 4b; monogr.] I-5
voedermik roerholt: rȳrhǭlt (Milsbeek) Een korte, houten gaffel waarmee men het veevoer in de koe- of varkensketel roert. [N 18, 31; monogr.] I-11
voedsel eet, de -: ēͅt (Milsbeek) eten, maaltijd III-2-3
voering lijnenvoering: linǝvūreŋ (Milsbeek), voeringlijnen: vūreŋlinǝ (Milsbeek) De bekleding van leer of van stoffen die binnen in de schoen wordt aangebracht. [N 60, 16] II-10
voeringleersoorten bazaan: bǝzān (Milsbeek) Leersoorten die voor de voering van schoenen worden gebruikt. [N 60, 4a; N 60, 4b] II-10
voerman teugelaar: tø̄̄gǝlǝr (Milsbeek), voerman: vurman (Milsbeek) Arbeider die het paard ment dat de volgeladen kleikarren of kipkarren naar de voorraadplaats trekt. [N 98, 51; monogr.] II-8
voerman op de maaimachine aflegger: āf˱lɛgǝr (Milsbeek) De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.] I-4
voerschep drankschepper: drāŋksxø̜pǝr (Milsbeek) Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b] I-11
voertuig geveers: gǝvē̜rs (Milsbeek) Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.] I-13