24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krääj (L163a Milsbeek),
winterkraai:
wi.nterkrääj (L163a Milsbeek),
zaadzak:
zaodzak (L163a Milsbeek)
|
kraai
III-4-1
|
24865 |
zwarte nachtschade |
duivelskrallen:
duu.velskral (L163a Milsbeek)
|
nachtschadebes
III-4-3
|
31065 |
zwartmaken |
de kanten zwartmaken:
dǝ kantǝ zwartmākǝ (L163a Milsbeek)
|
Het insmeren van bepaalde delen van het schoeisel met zwartsel. [N 60, 132c]
II-10
|
31063 |
zwartsel |
zwartsel:
zwartsǝl (L163a Milsbeek)
|
Vocht waarmee men bepaalde delen van de schoen zwart maakt. Volgens de informant van L 267 wordt deze verfstof samengesteld uit roet, water en was, vooral bijenwas. De informant van K 278 vermeldt nog "olie" als ingrediënt. [N 60, 132a]
II-10
|
30883 |
zwartselreservoirtje |
zwartselpot:
zwartsǝlpø̜t (L163a Milsbeek)
|
Busje, potje, fles of kruik waarin met het zwartsel bewaart. [N 60, 194d]
II-10
|
19541 |
zwavelstok |
strijkhoutje:
striekhôöltje (L163a Milsbeek)
|
zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33995 |
zweep |
zweep:
zwęp (L163a Milsbeek)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
34214 |
zweep van de koeherder |
geerd:
gęrt (L163a Milsbeek)
|
Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146]
I-11
|
29638 |
zwenghout |
haampje:
hē̜mkǝ (L163a Milsbeek
[(tegenover hǭm: borstleer)]
)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of de trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat aan de achterzijde aan de trein kipwagens is gekoppeld. Zie voor een afbeelding van het zwenghout wld I.2, pag. 177. [N 98, 53; monogr.]
II-8
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
haampje:
hęmkǝ (L163a Milsbeek)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|