e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

Gevonden: 2537
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukte, gedoe bohei (rh.): Hïj mie.k ¯n behèj toen ie ziene zin nie kreeg, nie te geleuve  behèj (Milsbeek) drukte, gedoe III-1-4
druppel sprinkel: spri.nkel (Milsbeek) druppel, druppeltje III-4-4
dubbel gezwad dubbel gezwad: døbǝl [gezwad] (Milsbeek) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbele toegangspoort van een gesloten erf opvaart: op˲vǭrt (Milsbeek) De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.] I-6
dubbele zool dubbele zool: døbǝlǝ zǭl (Milsbeek) De zool over de hele lengte van de schoen. Volgens de informant van Q 253 bestaat een dubbele zool uit een loopzool en een halve zool ter vrijwaring van de loopzool. [N 60, 171b] II-10
dubbele zool [wld ii.10, p. 35] dubbele zool: Dubbel over de hele lengte.  dubbələ zaoḷ (Milsbeek) Kent u de uitdrukking "dubbele zool", hoe spreekt u dat uit, wat betekent het woord? [N 60 (1973)] III-1-3
dubbeltje dubbeltje: döbbeltje (Milsbeek) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif, algemeen duif: doe.f (Milsbeek), duu.f (Milsbeek) duif III-4-1
duimbeschermer duimpje: dymkǝ (Milsbeek) [monogr.] II-8
duivekervel assekruid: assekruud (Milsbeek) duivekervel III-4-3