21333 |
huurpenning |
meepenning:
mējpeͅning (Q199p Moelingen)
|
Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)]
III-3-1
|
21563 |
ijken |
hikken:
hjeke met e van weg
de gewichte hjĕke (Q199p Moelingen)
|
De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
25154 |
ijspegel |
ijspiel:
iespeel (Q199p Moelingen)
|
ijskegel [ZND 36 (1941)]
III-4-4
|
18913 |
ijver |
ijver:
ê van Fr. hêtre veul als Fr. chauffeur
e hêt veul iefer (Q199p Moelingen)
|
Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)]
III-1-4
|
25134 |
ijzel, bevroren neerslag |
ijzel:
der iezel (Q199p Moelingen)
|
ijzel [ZND 36 (1941)]
III-4-4
|
25157 |
ijzelen |
gletsen:
⁄t gletcht (Q199p Moelingen, ...
Q199p Moelingen)
|
ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)]
III-4-4
|
32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
gafǝl (Q199p Moelingen)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
22515 |
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] |
gendarme spelen:
zjenderm speele (Q199p Moelingen)
|
Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
in n beek baaien (Q199p Moelingen)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
33259 |
inkarnaatklaver, franse klaver |
franse klee:
frānsǝ [klee] (Q199p Moelingen)
|
Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.]
I-5
|