e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Moelingen

Overzicht

Gevonden: 788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselaar metselaar: mętsǝlǝr (Moelingen) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metselen: mętsǝlǝ (Moelingen), mɛtsǝlǝ (Moelingen) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
middag (s middags) noen: noon (Moelingen), nóón (Moelingen) middag [RND], [ZND 38 (1942)] III-4-4
middagdutje doen noendutje doen: `n noondutje doen (Moelingen) Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] III-1-2
middelste kegel koning: den kjeuneng (Moelingen) Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2
mier amezeik: hāāmezeek (Moelingen) mier [Willems (1885)] III-4-2
mikken mikken: mekə (Moelingen), mikke (Moelingen), passen: passe (Moelingen) lonken (mikken) [RND] || Mikken. [Willems (1885)] || Op iemand mikken (om met een boog of geweer te schieten). [ZND 38 (1942)] III-3-2
minderen krimpen: het befint al te krumpen (Moelingen) Bestaat er voor het "minderen"bij het breiwerk een afzonderlijk woord? [ZND 31 (1939)] III-1-3
minderjarig minderjarig: znd 31, 23a  minderjoorig (Moelingen) minderjarig [ZND 31 (1939)] III-2-2
misdienaar misdienaar: è als Fr. mais  mèsdeener (Moelingen) Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3