e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
molenstenen molenstenen: [molen]stɛjn (Molenbeersel), stenen: st ̇ē̜jn (Molenbeersel  [(id)]  ) De algemene benaming voor de stenen waarmee het graan gemalen wordt. Het woordtype kwernstenen duidt de stenen van een handmolen aan. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel ømolenŋ- het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 17a; N D, 5; Sche 46; Jan 119; Coe 96; Grof 115; monogr.] II-3
molentrap trap: trap (Molenbeersel) De trap aan de voorweeg van de standerdmolen. Zie ook afb. 21. [N O, 48f; Sche 17] II-3
molenweg molenweg: [molen]wēx (Molenbeersel) De weg die naar de molen leidt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel ømolenŋ- het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 39e] II-3
molshoop in het grasland molshoop: (mv mǫ.lshø̜i̯.p)  mǫ.lshǫu̯.p (Molenbeersel) Hoopje aarde, opgeworpen door een mol. Op de cultuurgronden en ook in het weiland zijn molshopen hinderlijk voor de boer, en hij zal proberen de mollen te vangen en de molshopen in het veld te verwijderen met de sleep (zie het lemma ''slepen'' in aflevering I.1.2, p. 175-176) of met een ander werktuig (zie het volgende lemma: ''molshopen verspreiden''). De benaming van de molshoop is vaak in het meervoud opgegeven. Daarom zijn bij de onderstaande woorden overal waar in de enquêtes door de informanten ook de meervoudsvormen zijn vermeld, deze hier ook opgenomen. In enkele streken worden de molshoop en de mol door hetzelfde woord benoemd. Daarom is in deze paragraaf ook het lemma ''mol'' opgenomen. De plaatsen waar de woorden voor mol en molshoop hetzelfde zijn, zijn hieronder gekenmerkt door het teken = bij de plaatscode; ze zijn in kaart 3, Mol, genoteerd.' [N 14, 80a; N 14, 81 add.; JG 1a, 1b, 1c; A 18, 12; L 1 a-m; L 1u, 165; L B2, 212; S 24, monogr.] I-3
mompelen grommelen: in kwade luim  groūmələ (Molenbeersel), mommelen: onduidelijk spreken  moūmələ (Molenbeersel) Hoe noemt men binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)] III-3-1
mond mond: mûnd (Molenbeersel) mond [RND] III-1-1
mond (spotnamen) muil: mul (Molenbeersel) muil [ZND m] III-1-1
motor motoor: moto.r (Molenbeersel) motor [RND] III-3-1
motregen, fijne regen zever: zeiver (Molenbeersel) stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen zeveren: `t zeivert (Molenbeersel) stofregenen [ZND 38 (1942)] III-4-4