26039 |
penbalk |
pinbalk:
penbalk (L319p Molenbeersel),
pinbalk (L319p Molenbeersel)
|
De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.]
II-3
|
26233 |
pensteen |
pinsteen:
penstęjn (L319p Molenbeersel),
pinsteen (L319p Molenbeersel)
|
De steen op de penbalk waarin het achtereinde van de molenas en in het bijzonder de daaraan bevestigde ijzeren pin, de taats, draait. De pensteen is in het algemeen uit een harde steensoort vervaardigd en kent een halfcilindervormige uitsparing. Zie ook afb. 47 en 48. [N O, 29a; A 42A, 88]
II-3
|
33566 |
perzik |
peerts:
pērts (L319p Molenbeersel),
peets:
peets (L319p Molenbeersel),
pēts (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel)
|
[ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)]
I-7
|
24856 |
perzikkruid |
reuts:
reutse (L319p Molenbeersel),
reutse:
rø̄tsǝ (L319p Molenbeersel)
|
perzikkruid [Goossens 1b (1960)] || Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56]
I-5, III-4-3
|
18281 |
pet: algemeen |
klak:
klak (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel)
|
pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, muts, klak [RND]
III-1-3
|
33568 |
peterselie |
peterselie:
peterselie (L319p Molenbeersel),
pētərsē.li (L319p Molenbeersel),
pītərsēli (L319p Molenbeersel)
|
[Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)]
I-7
|
33508 |
peul, dop (znw) |
schaal:
šāl (L319p Molenbeersel)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33522 |
peulen, doppen (ww.) |
uitdoen:
ū.dō.nə (L319p Molenbeersel)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
33569 |
peulerwten |
met de schaal:
meͅtəšāl (L319p Molenbeersel)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
17991 |
pijn |
pijn:
pî.n (L319p Molenbeersel),
pîn (L319p Molenbeersel)
|
pijn [RND], [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|