e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinkbak voor de koeien trog: trōx (Molenbeersel) Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10] I-6
drinken drinken: driŋkə (Molenbeersel) drinken [ZND m] III-2-3
drinkglas glaasje: glēskə (Molenbeersel), glas: glās (Molenbeersel), pint: pent (Molenbeersel) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
droesem dras: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  dras (Molenbeersel) droesem [ZND 23 (1937)] III-2-3
droog weer droog: drûûch (Molenbeersel) droog [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: (de koe) stɛi̯ drȳǝx (Molenbeersel) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druilerig en koud weer nat (weer): nāt (Molenbeersel), nāt wēͅr (Molenbeersel) kil [ZND 27 (1938)] || kil weer [ZND 27 (1938)] III-4-4
druppel druppel: drə.pəl (Molenbeersel, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: drə.pə (Molenbeersel, ... ) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
duif (alg.) duif: die dû:f es tâ:mə, ən tām dû:f (Molenbeersel), dūf (Molenbeersel, ... ), dūvən hōwə ... (Molenbeersel), Pl. [du:.ve]  dūf (Molenbeersel) Duif. [Goossens 1b (1960)], [ZND 08 (1925)], [ZND m] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Tam, mak. "Die duif is tam, een tamme duif. [ZND 07 (1924)] III-3-2