e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gist gist: ges (Molenbeersel), gęs (Molenbeersel) Door het feit dat de vragen niet alle even genuanceerd waren gesteld, komen er woorden voor die zowel moderne droge gist als natte gist als zuurdeeg aanduiden. Het zuurdeeg blijkt volgens sommige informanten (L 291, Q 35) voor het bereiden van zwartbrood of roggebrood gebruikt te worden, terwijl de gist of "heffe" voor witbrood wordt aangewend. [N 29, 22; LB 2, 234; monogr.; JG 1b, add.; S 10; L 1a-m; L 2, 21a; Gi; A 22, 2] || gist, dikwijls door brouwerijen geleverd (Fr. levure) [ZND 02 (1923)] II-1, III-2-3
glad, glijdend glad: glāt (Molenbeersel, ... ) glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-4-4
glijbaan roetsjbaan: roetsjbaan (Molenbeersel) glijbaan [SND (2006)] III-3-2
glijden slibberen: sl"vərə (Molenbeersel, ... ) hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)] || slieren (op het ijs glijden zonder schaatsen) [ZND 06 (1924)] III-1-2
glimworm lichtwormpje: lēxtwøͅrmkə (Molenbeersel, ... ) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
goed luisteren goed luisteren: gōt lūstərə (Molenbeersel) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goedheid goedigheid: ook materiaal znd 24, 20  gōtəxait (Molenbeersel) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: däs-chōjə kaup (Molenbeersel) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: beͅstək[a}up (Molenbeersel) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoper beterkoop: bēͅtərkaup (Molenbeersel) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1