e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P214p plaats=Montenaken

Overzicht

Gevonden: 1200
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papier papier: papier verfroemmele (Montenaken), papier verfromele (Montenaken) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paraplu paraplu: ene paraplu (Montenaken) paraplu [ZND 40 (1942)] III-1-3
paren van de duiven paren: poͅərə (Montenaken) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parochie parochie: `dorp`  z. toel. (Montenaken) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: paase vilt laoət (Montenaken) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasgeboren kalf kalf: [kalf] (Montenaken) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen mikken: mekǝn (Montenaken  [(id)]  ), mikken (Montenaken) Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Passen. Wie een nieuwe jas bestelt laat zich de maat nemen en moet later naar de kleermaker om het kledingstuk te gaan ... Welk woord gebruikt uw dialect hier? (fr. essayer) [ZND 48 (1954)] II-7, III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pəstu.ər (Montenaken) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): poͅ.atər (Montenaken) pater [RND] III-3-3
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): 1) model (m)  ene patroewen (Montenaken) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3