21562 |
italiaan |
italiaan:
das eenen Italiawen (P214p Montenaken)
|
Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
24556 |
jeneverbes |
slenenboon:
slieneboe(e)n (P214p Montenaken)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
21914 |
jong dat pas kan vliegen |
vlug:
vløͅk (P214p Montenaken)
|
Vlug jong. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
22027 |
jong dat pluimen begint te krijgen |
stoppelen:
stòpəls (P214p Montenaken)
|
Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)]
III-3-2
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
nog niet vlug:
nog nie vluk (P214p Montenaken)
|
jonge vogel die nog niet kan vliegen [ZND 36 (1941)]
III-4-1
|
34314 |
jong varken |
kurre:
kørǝ (P214p Montenaken)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gans:
gās (P214p Montenaken),
jonge gans:
joŋǝ gās (P214p Montenaken)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pø̜l (P214p Montenaken)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
20334 |
jongste kind |
kleinste kind:
klenste keend (P214p Montenaken)
|
jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
18192 |
jurk |
kleed:
katane kliejed (P214p Montenaken),
keta͂a͂ne klieed (P214p Montenaken),
⁄t klieët van anna es veul langer as da van mieke (P214p Montenaken)
|
Een katoenen kleed. [ZND 41 (1943)] || Kleed. Annas kleed is veel langer als dat van Mieke [ZND 44 (1946)]
III-1-3
|