e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montenaken

Overzicht

Gevonden: 1200
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jus, vleesnat nat van vlees: nowet van vlies (Montenaken) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kaal jong: koͅəljøͅŋk (Montenaken) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaantjes kaantjes: kø̄nkəs (Montenaken) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: kas (Montenaken) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper snepper: snø&#x0304pər (Montenaken) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] III-2-1
kaarten (ww.) kaartspelen: koͅ.ətə spe.ələ (Montenaken) kaarten [RND] III-3-2
kaas kaas: kêês (Montenaken) kaas [RND] III-2-3
kaatsbal kwatsbal: kwatsbal (Montenaken) kaatsen [RND] III-3-2
kaatsen kaatsen: slorven (moeilijkleesbaar): gewoon weg slaan  kaatsen (Montenaken), kwatselen: kwatsələ (Montenaken) kaatsen [RND] || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] III-3-2
kaf kaf: kaf (Montenaken) In dit lemma staan de varianten voor het kaf, de vliesjes of schutblaadjes van de graankorrels, bijeen. Het zit nog, te zamen met vreemd (met name onkruid-) zaad en slecht koren tussen het graan, wanneer het graan gedorst en uitgekamd is en moet ervan gescheiden worden door het wannen. Het type vlimmen (en hoogstwaarschijnlijk ook andere heteroniemen naast kaf) betekenen eigenlijk of ook "kafnaalden". Zie ook de lemma''s ''baard'' (1.3.7) en ''spikken'' (6.1.31). [N 14, 35a, 35b en 35c; JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 27, 55; S 16; monogr.; add. uit N 14, 31] I-4