e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glazig glazen: glaaze (Montfort), glazeren: gla‧zərən ae‧rpəl (Montfort), glazerig: glazerig (Montfort, ... ) glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
glazuur glazuur: glaazuur (Montfort), glazoer (Montfort) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email). [N 84 (1981)] III-1-1
gleufstaak groefijzer: gruf˱īzǝr (Montfort) IJzeren staak waarbij in de vlakke bovenzijde een groef of geul ingevijld is. De pinvormig uitlopende onderzijde van het werktuig wordt in het gat van het aambeeld geplaatst. De gleufstaak wordt als ondergrond gebruikt wanneer men in een metalen plaat een geul wil slaan. Zie ook afb. 22. [N 33, 212; N 64, 35b; N 66, 16b] II-11
glijbaan glijbaan: glijbaan (Montfort), roetsjbaan: roetsjbaan (Montfort, ... ), /  Roetsjbaan (Montfort) glijbaan [SND (2006)] || Het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
glijden een schuiver maken: einə schuuvər maakə (Montfort), litsen: litsen (Montfort, ... ), slidderen: slidderen (Montfort, ... ), uitlitsen: oetlitsə (Montfort) glijden [SGV (1914)], [SGV (1914)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2, III-3-2
glijden: uitglijden een schuiver maken: einə schuuvər maakə (Montfort), uitlitsen: oetlitsə (Montfort) Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-3-2
glimlachen glimlachen: glimlaggə (Montfort), monkelen: monkelen (Montfort) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm glimmerd: glimmert (Montfort), glimworm: WLD  glimworm (Montfort), gloeierd: n gloeierd (Montfort), kever: WLD  kèvər (Montfort), vuurworm: vuurworm (Montfort) glimworm [SGV (1914)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gloed hits: heͅts (Montfort), hits (Montfort) Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)] III-2-1
gloria gloria (lat.): gloria (Montfort, ... ) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3