21563 |
ijken |
ijken:
eikə (L382p Montfort),
ijken (L382p Montfort)
|
gewicht nakijken om vast te stellen of ze het juiste gewicht hebben en, indien nodig, ze het juiste gewicht geven [ijken, ijkenen, pegelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17995 |
ijlen |
bazelen:
bazelen (L382p Montfort),
ijlen:
ielə (L382p Montfort)
|
Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, razen, raaskallen, delireren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17942 |
ijsberen |
bijzen:
bieze (L382p Montfort)
|
lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
23827 |
ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (L382p Montfort),
ieshèlge (L382p Montfort)
|
12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
31623 |
ijsnagels |
ijsnagelen:
īsnē̜gǝl (L382p Montfort)
|
Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.]
II-11
|
25154 |
ijspegel |
ijspin:
ijspin (mv.) (L382p Montfort)
|
ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18913 |
ijver |
ijver:
iever (L382p Montfort),
ievər (L382p Montfort)
|
toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18914 |
ijverig |
ijverig:
ievərig (L382p Montfort),
vlijtig:
vlietig (L382p Montfort)
|
met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25134 |
ijzel, bevroren neerslag |
ijzel:
iesel (L382p Montfort)
|
ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25157 |
ijzelen |
ijzelen:
iesele (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)]
III-4-4
|