id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22505 | kaarten (ww.) | kaarten: ka:rtə (Montfort) | kaarten [RND] III-3-2 |
22395 | kaarten bijnemen | afnemen: aafnumme (Montfort), bijrapen: bieraape (Montfort), trekken: trekke (Montfort) | Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
22386 | kaarten voor geld | kaarten: kaarte (Montfort) | Kaartspelen voor geld [tuisen]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
20802 | kaas | kaas: kees (Montfort), kīējs (Montfort) | kaas [RND], [SGV (1914)] III-2-3 |
24442 | kaasmijt | schimmelneet: Veldeke sjimmelneet (Montfort) | mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)] III-4-2 |
22622 | kaatsen | ballen: balə (Montfort), kaatsen: oud kâ:tsə (Montfort), prikken: prikə (Montfort) | kaatsen [RND] III-3-2 |
22369 | kaatsen (ballen) | ballen: balle (Montfort), kaatsen: kaatsen (Montfort) | Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
23212 | kabouter | aardmannetje: erdmenke (Montfort) | kabouter [SGV (1914)] III-3-3 |
19751 | kachel, stoof | stoof: stōf (Montfort) | kachel [SGV (1914)] III-2-1 |
31565 | kachels zwarten | potloden: pǫtluajǝ (Montfort) | Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.] II-11 |