33537 |
kers, zoete soorten |
kers:
kees (L382p Montfort)
|
I-7
|
23769 |
kerstavond |
avond voor kerstmis:
aovendj veur kersmes (L382p Montfort),
kerstavond:
kerstaovend (L382p Montfort)
|
24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23777 |
kerstbeelden |
kerstbeelden:
kerstbeelden (L382p Montfort),
kerstbeeldjes:
kersbeeldjes (L382p Montfort),
kerststalbeelden:
kerststalbeelden (L382p Montfort)
|
De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23776 |
kerstboom |
kerstboom:
kersboum (L382p Montfort),
krisboom (L382p Montfort)
|
Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23779 |
kerstkribbe |
kerstkribbetje:
kerstkripke (L382p Montfort),
kribbetje:
kripke (L382p Montfort),
kröpke (L382p Montfort)
|
Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22668 |
kerstlied |
kerstliedje:
kerstleedjes (L382p Montfort),
keͅrslētjə (L382p Montfort)
|
Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22690 |
kerstliederen zingen |
kerstliedjes zingen:
keͅrslētjəs zeŋə (L382p Montfort),
leisen:
leisen (L382p Montfort)
|
Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
23242 |
kerstmis |
kerstmis:
kersmes (L382p Montfort),
kerstmis (L382p Montfort),
korsmes (L382p Montfort),
oudere vorm
kossemes (L382p Montfort)
|
De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)] || Kerstmis [Krismes, Kriësmes, Keersemes, Korsmes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23770 |
kerstnacht |
kerstnacht:
kersnach (L382p Montfort)
|
De nacht van 24 op 25 december waarin Christus geboorte herdacht wordt, kerstnacht [krisnach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20077 |
kerstroos |
kerstroos:
eigen spelling
kèrtsroos (L382p Montfort)
|
Kerstroos (Helleborus niger L.). De kelkbladeren zijn wit of rozerood. De bladeren blijven ¯s winters meestal groen. Het is een Alpenplant en wordt veel gekweekt in tuinen. Bloeitijd in november tot februari. De zwarte wortelstok is vergiftig (winterroos, [N 92 (1982)]
III-2-1
|