e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleindochter kleindochter: kleindochter (Montfort) kleindochter [DC 05 (1937)] III-2-2
kleine bouwladder leidertje: lɛjǝrkǝ (Montfort) Kleine ladder van ongeveer 1.75 m lengte die voornamelijk wordt gebruikt voor het werk binnenshuis. [N 32, 9b; monogr.] II-9
kleine schadelijke zoogdieren ongedierte: ŏngedeerte (Montfort) schadelijke en hinderlijke grotere dieren als muizen, mollen, enz. [DC 55 (1980)] III-4-2
kleingeld kleingeld: kleigeltj (Montfort) kleingeld [SGV (1914)] III-3-1
kleinkinderen kleinkind: kleikindj (Montfort), kleinkindj (Montfort) kleinkind [SGV (1914)] || kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinste dier van het nest krakkel: WLD  krakkel (Montfort), krauwel: krauwel (Montfort), WLD  krawəl (Montfort) Hoe noemt u het kleinste, jongste, zwakste dier van een nest [N 83 (1981)] III-4-2
kleinzoon kleinzoon: kleinzone (Montfort) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
klembeugel van een kolomboormachine boorschroef: bǭršruf (Montfort), klembeugel: klɛmbø̜gǝl (Montfort) Elk van de verstelbare beugels waarmee het werkstuk op de boortafel van een kolomboormachine wordt vastgezet. [N 33, 161] II-11
klembus lagerhouder: lāgǝrhājǝr (Montfort) Bus waarmee de binnenring van een kogellager op de as wordt geklemd. [N 33, 231] II-11
klemhaak, ketelklem klemhaak: klɛmhǭk (Montfort) Hoekige of hoefijzervormige beugel met een draadspindel in het ene been waarmee metaalverbindingen kunnen worden vastgehouden of vastgeklemd. De klemhaak wordt onder meer gebruikt bij klink-, boor- en buigwerk. Zie ook afb. 63. [N 33, 273; N 64, 51a] II-11