e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedekt een onaangenaamheid zeggen de gek steken: de gek steke (Montfort), een steekje zetten: steekske zitte (Montfort), geniepetig (bn.): gəniepətig (Montfort), stiekem doorduwen: ["stiekem get toa duuje"?, rk]  stiekum gèltoa duujə (Montfort), stiekum gèltoe duujə (Montfort) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: bedelair (Montfort), bèdeleer (Montfort), landloper: landjluiper (Montfort), schooier: schooier (Montfort) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw bedelwijf: bedelwief (Montfort), trut: trut (Montfort) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: bedelen (Montfort), bèdələ (Montfort) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelmonnik bedelpater: baedelpater (Montfort) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedelpater bedelpater: baedelpater (Montfort) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3
bedevaart bedevaart: baevaart (Montfort), bèvaart (Montfort), bedeweg: baewaeg (Montfort), bèwech (Montfort) bedevaart [SGV (1914)] || Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartganger pelgrim (<lat.): pelgrim (Montfort) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartplaats: bèèvertplaats (Montfort), genadeoord: genaadeoord (Montfort) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartprentje bidprentje: bidprentje (Montfort) Een prentje ter nagedachtenis aan een bedevaart. [N 96C (1989)] III-3-3