| 23879 |
bedevaartvaantje |
vaantje:
vänke (L382p Montfort),
vènke (L382p Montfort),
vlagje:
vlègske (L382p Montfort)
|
Een vaantje of vlagje dat tijdens een bedevaart gedragen en daarna als gedachtenis aan die bedevaart bewaard wordt, bedevaartsvaantje, -vlagje, pelgrimsvlagje. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bedeendj waere (L382p Montfort)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 21558 |
bedienen |
bedienen:
bedeene (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
eemes bedeene (L382p Montfort)
|
de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-1, III-3-3
|
| 19213 |
bedorven (persoon) |
bedorven:
mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.
bedorve (L382p Montfort),
bədorrə (L382p Montfort)
|
met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 34540 |
bedorven ei |
rot ei:
rot ęi̯ (L382p Montfort)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
| 18965 |
bedriegen |
bedonderen:
bədondərə (L382p Montfort),
bedriegen:
bedreegen (L382p Montfort),
bedrijgen (L382p Montfort),
bemieteren:
bəmietərə (L382p Montfort),
kullen:
kullə (L382p Montfort),
verneuken:
verneuken (L382p Montfort),
vèrnuikə (L382p Montfort)
|
bedriegen [SGV (1914)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)] || opzettelijk bedrog [konkelfoes, konterband] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18966 |
bedrieger |
bedrieger:
bedréger (L382p Montfort),
bədreeger (L382p Montfort)
|
iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 33344 |
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis |
achteruit:
axtǝrūt (L382p Montfort),
stallen:
št˙ɛl (L382p Montfort),
stelling:
št˙ɛleŋ (L382p Montfort)
|
Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.]
I-6
|
| 18825 |
bedroefd |
bedroefd:
bedreuf (L382p Montfort),
bedreufdj (L382p Montfort),
bədreuft (L382p Montfort)
|
bedroefd [SGV (1914)] || verdriet hebbend, treurig [droef, bedroefd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19471 |
bedsprei |
bedsprei:
beͅtsprē̞ͅi̯ (L382p Montfort)
|
bedsprei [RND]
III-2-1
|