32627 |
kunstmest strooien |
(kunstmest) strooien/strouwen:
štrø̜i̯ǝ (L382p Montfort
[(machinaal)]
),
(kunstmest) zaaien:
zɛi̯ǝ (L382p Montfort)
|
Het strooien van kunstmest over het land gebeurt met de hand of met een machine. Voor beide zijn de benamingen meestal identiek. Slechts waar er voor het strooien met de hand en het machinaal strooien verschillende benamingen bestaan, wordt dit in het lemma aangegeven door "met de hand", resp. "machinaal" achter het plaatsnummer. [N 11, 24; N 11A, 63a + 64a + 65a; N P, 10a + b; JG 1b add.]
I-1
|
32629 |
kunstmeststrooier |
strooier/strouwer:
štrø̜i̯ǝr (L382p Montfort)
|
Bedoeld wordt de machine waarmee kunstmeststoffen gelijkmatig over het land worden verspreid. Voor het (...)-gedeelte van de betrokken varianten hieronder zie men de lemmata kunstmest en stalmest. [N P, 9; N 11A, 65b]
I-1
|
19632 |
kussensloop |
kustijk:
køstēk (L382p Montfort)
|
kussensloop [SGV (1914)]
III-2-1
|
18869 |
kwaad weglopen |
het hem smeren:
⁄t hem smere (L382p Montfort),
kwaad weglopen:
kwoad wègloape (L382p Montfort)
|
kwaad weglopen [horsen, hoorsen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19314 |
kwaadspreekster |
klappei:
klappei (L382p Montfort),
vuiltong:
voeltong (L382p Montfort)
|
een vrouw die graag kwaad spreekt [kwadetong, vuiletong, kommeer, blameer, klapei] [N 85 (1981)] || klappei [SGV (1914)]
III-1-4
|
18981 |
kwaadspreker |
aanstoker:
aansteuker (L382p Montfort),
geksteker:
geksteker (L382p Montfort),
kwaadspreker:
kwaodspräker (L382p Montfort)
|
iemand die altijd kwaad spreekt van anderen [insteker] [N 85 (1981)] || kwaadspreker [SGV (1914)]
III-1-4
|
17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Kwaal: langdurige of telkens terugkerende ziekte (kwaal, klets, muik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24366 |
kwabaal en puitaal |
puitaal:
poetaol (L382p Montfort)
|
puitaal (kwabaal) [SGV (1914)]
III-4-2
|
21727 |
kwajongensstreek |
bak:
Van Dale: II. bak, 4. (gemeenz.) grap, mop, poets.
bak (L382p Montfort)
|
min of meer onschuldige kindergrap [bate(n), bake(n)] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24341 |
kwaken |
kwaken:
kwaken (L382p Montfort),
WLD
kwáákə (L382p Montfort),
zingen:
zingen (L382p Montfort)
|
Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)]
III-4-2
|