21218 |
losse plankbrug |
bruggetje:
brukske (L382p Montfort),
vlonder:
vlonder (L382p Montfort),
vonder:
fonjore (L382p Montfort),
vonjer (L382p Montfort)
|
een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] || vlonder (vonder) [SGV (1914)]
III-3-1
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
voerbak:
vōrbak (L382p Montfort)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
trog:
trǭx (L382p Montfort)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|
21738 |
loteling |
erin geloot (volt.deelw.):
[drin geloot?, RK]
drin gəlaot (L382p Montfort),
loteling:
loteling (L382p Montfort)
|
iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22400 |
loten |
loten:
laote (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25247 |
loteren, los zitten |
lokkeren:
lokkeren (L382p Montfort),
los zitten:
loszitte (L382p Montfort)
|
los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21194 |
luchtballon |
luchtballon:
lochtballon (L382p Montfort),
lugbalôn (L382p Montfort)
|
een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30083 |
luchtbel |
bel:
bɛl (L382p Montfort)
|
De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.]
II-9
|
24998 |
luchtbel in water |
bobbel:
bobbəl (L382p Montfort),
brobbel:
brobbəl (L382p Montfort),
wel:
n wel (L382p Montfort)
|
de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33946 |
luchthaam |
luchthaam:
luchthaam (L382p Montfort)
|
Haam waarvan de kussens niet met stro gevuld zijn, maar voorzien zijn van een met lucht gevulde band. Hiervoor konden de binnenbanden van een fiets of auto gebruikt worden. Nadat er in de oorlog geen rubber meer verkrijgbaar was, geraakte het luchthaam in onbruik. Het is overigens niet erg gebruikelijk geworden. Buiten de hier opgesomde plaatsen is het ook bekend in de plaatsen K 353 en L 271. [N 36, 18]
I-10
|