e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
okkernoot noot: neut (Montfort), noo:t (Montfort), noot (Montfort), -  noot (Montfort) noot || noot (vrucht) [SGV (1914)] || noten (mv.) [SGV (1914)] || okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksaal oksaal: egkzaol (Montfort), oksaol (Montfort), zangkoor: zangkoor (Montfort) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
oksel oksel: oksel (Montfort) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
okshoofd (2), maat van 913 liter okshoofd: okshoofd (Montfort) de maat die een inhoud aangeeft van ± 913 liter [okshoofd] [N 91 (1982)] III-4-4
olie olie: ao‧ljə (Montfort), òlie (Montfort), olig: aoljig (Montfort), sla-olie: sla-òlie (Montfort), vet: bij braden van vlees  vèt (Montfort) olie [SGV (1914)] || olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
olieverf olieverf: ǭli[verf] (Montfort) Verf waarvan het bindmiddel bestaat uit een drogende olie als lijnolie of papaverolie. Olieverf wordt bereid door verfstof met een tempermes op een wrijfsteen in de olie te wrijven of door olie en verfstof na menging te malen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [S 26; N 67, 23b; monogr.; div.] II-9
omarmen omarmen: omèrmə (Montfort), omspannen: omspamen (Montfort) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2
omheinen afmaken: āfmākǝ (Montfort), afpalen: āfpǭlǝ (Montfort) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Montfort), tūnǝ (Montfort) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omheining van het kerkhof kerkmuur: kirkmoer (Montfort), muur: moer (Montfort) De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)] III-3-3