e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorworm oorworm: oorworm (Montfort) oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oostindische kers kappertje: eigen spelling  kappertjes (Montfort, ... ) [N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
oot vlughaver: WLD  vluug haver (Montfort), wilde haver: -  wilj haver (Montfort), eigen spelling  wil haver (Montfort) oot [wilde haver] [DC 60a (1985)] || Oot, wilde haver (avena fatua 5 tot 20 cm groot. De plant is zodevormend, de bladeren zijn borstelvormig; de aartjes bevinden zich in dichte, aarvormige pluimen, klein, lichtgroen tot grijsachtig van kleur, kort genaald. Van april tot en met juni. Te vi [N 92 (1982)] III-4-3
oot, wilde haver wilde haver: welj ǭvǝr (Montfort) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan bedevaart houden: bèèvert haaje (Montfort), een bedeweg maken: ne baiwaig make (Montfort), met de processie gaan: mit de persesse gaon (Montfort), ter bedevaart gaan: ter bèèvèrt gaon (Montfort) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] III-3-3
op de loop gaan biezen pakken: biezə pakkə (Montfort), bijzen: hé biest (Montfort), op de loop gaan: op te luip gaon (Montfort), vluchten: vluigtə (Montfort) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de schouder nemen, dragen krommenek dragen: emes kraomenak drage (Montfort) rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-2
op de schouder zitten op de krommenek zitten: oppe kraomenak zitte (Montfort) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen zich heffen: [sic]  zich höffe (Montfort) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2
op de vingers fluiten fluiten: fluiten (Montfort), op de vingers fluiten: oͅp də veŋərs fløytə (Montfort) Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)] III-3-2