e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persoon die traat praat zemelaar: eine zemelair (Montfort) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
persoon met een lastig karakter lastige patroon: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  lèstigə pətroon (Montfort), nietsnut: Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend  nietsnut (Montfort) een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)] III-1-4
perzik pche (fr.): pees (Montfort), pēs (Montfort) perzik [SGV (1914)] I-7
perzikkruid reuts: ryǝts (Montfort), -  ruets (Montfort), reutsel: WLD  reedsel (Montfort) perzikkruid [DC 60a (1985)] || Perzikkruid (polygonum persicaria 20 tot 90 cm hoog. De stengels hebben een vliezig kokertje (tuitje) boven de knopen, de stengels zijn behaard en vaak roodachtig; de bladeren zijn lancetvormig en meestal met een zwarte vlek; de bloemen groeien in dicht [N 92 (1982)] || Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5, III-4-3
pesten (kaartspel) pesten: peste (Montfort) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
pesterij plaag: plaog (Montfort), temptatie: temtatie (Montfort), temtatjə (Montfort) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] III-1-4
pet: algemeen muts: muts (Montfort), pats: patzj (Montfort) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] III-1-3
petekind peterkind: paeterkindj (Montfort) een petekind [patekink] [N 96D (1989)] III-2-2
petoeten, zwikken (kaartspel) petoeten: petoete (Montfort), petoeten (Montfort), zwikken: zwikken (Montfort) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
petroleum ptrole (fr.): petrol (Montfort), petròl (Montfort), (m.).  petro.l (Montfort), stinkerd: stinkert (Montfort) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4