e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
politieagent agent: agent (Montfort, ... ) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pollepel potlepel: potlepel (Montfort) Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] III-2-1
pommelee, appelschimmel appelschimmel: apǝlšømǝl (Montfort) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
ponder ponder: punjer (Montfort) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
ponton ponton (fr. <it.): ponton (Montfort), pontonbrug: pontonbruik (Montfort) een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)] III-3-1
pooier pooier: poojər (Montfort), uitsmijter: oetsmieter (Montfort) iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)] III-2-2
pook stovenijzer: stōvənīzər (Montfort) pook [SGV (1914)] III-2-1
poot omhoog poot-op: put˱ ǫp (Montfort) Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k] I-10
pootgoed, pootaardappelen poter: pø̜̄tǝr (Montfort) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pootjebaden waden: waje (Montfort) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] III-1-2