e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringrups ringelrups: Veldeke  ringelroeps (Montfort) ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)] III-4-2
ringsleutel kopsleutel: kǫpslø̜tǝl (Montfort) Niet verstelbare, stalen sleutel waarvan de gesloten bek in zijn geheel om de aan te draaien moer heen past. De binnenkant van de ringvormige bek van deze sleutel is zes- of twaalfkantig uitgevoerd. Zie ook afb. 198. [N 33, 300g; monogr.] II-11
ringvinger ringvinger: ringvinger (Montfort, ... ) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1
ringworm ringworm: ringworm (Montfort, ... ) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel bellen: belle (Montfort, ... ) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rins ranzig: ransig (Montfort) lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] III-2-3
riool riool: riool (Montfort, ... ) het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || riool [SGV (1914)] III-3-1
rit rit: rit (Montfort, ... ), route (fr.): ⁄n roet (Montfort), tocht: tòg (Montfort) de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] || rit [SGV (1914)] III-3-1
ritnaald, larve van de kniptor koperworm: Veldeke  koperwòrm (Montfort) ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)] III-4-2
ritsbeitel van de hoefsmid hoefijzergleufbeitel: hōf˱īzǝrglø̄f˱bęjtǝl (Montfort) De beitel waarmee men een gleuf maakt in de onderkant van het hoefijzer. Zie ook afb. 225. Meestal wordt als ritsbeitel een stokbeitel gebruikt, een beitel die los aan een steel bevestigd kan worden. In de rits worden op de plaats waar de hoefnagels komen te zitten met een hoefijzerstamper gaten in het metaal gedreven voor de nagelkoppen. Die gaten worden dan vervolgens met behulp van een hoefijzerdoorslag doorgeslagen. [N 33, 362] II-11