e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schilfermes leermes: lę̄rmɛts (Montfort) Mes in houten handgreep waarmee men het leer afschilfert. Zie afb. 70. [N 36, 41] II-10
schillen schillen: sjé:llə (Montfort) schillen III-2-3
schimmel schimmel: šømǝl (Montfort) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9
schimmel (plantje) schimmel: schummel (Montfort), WLD  schimmel (Montfort), zwam: eigen spelling  zwam (Montfort) Plantje, behorend tot de zwammen, draadvormig, zonder bladgroen, maar bestaande uit een zwamvlok en zwamdraden (schimmel). [N 92 (1982)] || schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schimpen schampen: schampe (Montfort), schampə (Montfort) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: šê.p (Montfort), Opm. Duitse sch.  scheep (Montfort) schip [RND], [SGV (1914)] III-3-1
schipper schipper: šypər (Montfort) schipper [RND] III-3-1
schipperen schipperen: schipperen (Montfort), sjippərə (Montfort) naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)] III-1-4
schitbossen schijtplaatsen: sxītplātsǝ (Montfort) Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.] I-3
schitteren schitteren: schitteren (Montfort), schittərə (Montfort) een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)] III-4-4