33348 |
binnendeur tussen stal en schuur |
strodeur:
štrø̄ǝdø̄r (L382p Montfort)
|
De binnendeur tussen de stal en de schuur als die aan elkaar grenzen. De benamingen geven soms aan in welk deel van stal of schuur deze deur zich bevindt. Door deze deur wordt wel voer van de schuur naar de stal gebracht; ook kan men via deze deur binnenshuis tot in de schuur komen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen de lemmata "stal" (2.1.2) en "schuur" (3.1.1). [N 5A, 41c]
I-6
|
33347 |
binnendeur tussen woonhuis en stal |
voerijdeur:
vrīdø̄r (L382p Montfort)
|
De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b]
I-6
|
19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binneplaats (L382p Montfort),
plaats:
pl‧āts (L382p Montfort)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
prevelen:
prevele (L382p Montfort),
pruttelen:
Van Dale: pruttelen, 2. morren, binnensmonds mopperen of tegenspreken; - (duratief) kankeren; -3. binnensmonds spreken of zeggen.
pruttələ (L382p Montfort)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
binnenstə boetə (L382p Montfort),
krangs:
krangs (L382p Montfort),
links:
links dreje (L382p Montfort)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bioskoop (L382p Montfort),
cinema:
cinema (L382p Montfort),
sienema (L382p Montfort)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bizdom (L382p Montfort)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
buusjop (L382p Montfort)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19352 |
bits |
bekaf:
bek aaf (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
onvriendelijk:
onvreuntəlik (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
scherp:
schèrp (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
vinnig:
vinnig (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
33937 |
bitstang |
stang:
staŋ (L382p Montfort)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|