e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suisse kerksuisse (<fr.): kirkswies (Montfort), suisse (fr.): swies (Montfort), bestond in Monfort niet  suisse (Montfort) De ordebewaarder in de kerk, de suisse [kerkgendarme, kèrksjanderm, tseijes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
suizen van de oren ruisen: roese (Montfort) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
sukkelen sukkelen: sukkelen (Montfort), sukkələ (Montfort) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
syfilis druiper: druiper (Montfort), druupər (Montfort) Syfilis: besmettelijke geslachtsziekte die gewoonlijk begint met een zweer op de geslachtsorganen; uiteindelijk kan elk orgaan aangetast worden (druiper, luizenziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
taaien brak maken: brak maken (Montfort), ijs breken: ies breke (Montfort) IJs stuk maken door er steeds overheen te lopen [taaien]. [N 88 (1982)] III-3-2
taal taal: taal (Montfort, ... ) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Montfort) taart [SGV (1914)] III-2-3
tabak tabak: tabak (Montfort), toebak: toebak (Montfort) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim pruim: proe:m (Montfort), proem (Montfort, ... ), rolletje: rulke (Montfort, ... ), sjiek: sjik (Montfort), sjiekje: sjiekskə (Montfort) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap luter: lue:tər (Montfort), zever: seiver (Montfort), zeiver (Montfort), zever in de pijp: zijver in de piep (Montfort) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3