e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ui, ajuin ooj: ooj (Montfort) I-7
uier oer, ouwer: ūi̯ǝr (Montfort), uier: yi̯ǝr (Montfort), ȳi̯ǝr (Montfort), īǝr (Montfort), ūi̯ǝr (Montfort) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11, I-9
uieren uieren: (de koe) ȳjǝrt (Montfort), yǝrǝ (Montfort) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uil uil: uul (Montfort) uil [SGV (1914)] III-4-1
uitblinken uitblinken: oet blinken (Montfort), oetblinkə (Montfort) schitteren boven iets of iemand anders, bijzonder begaafd zijn [uitstek zijn, uitblinken] [N 85 (1981)] III-1-4
uitbrander rappelement: replement (Montfort), uitschieter: oetschieter (Montfort), oetschietər (Montfort) een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] || een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] III-1-4
uitdenken bedenken: bədinkə (Montfort), uitprakkiseren: oet prakiseeren (Montfort), oetprakkəzeerə (Montfort) door nadenken ontwerpen; verzinnen [uitfineren, figeleren, uitprakkezeren, bedenken] [N 85 (1981)] III-1-4
uiten uitspreken: oet spreke (Montfort), oetsprèkə (Montfort) uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)] III-3-1
uiterontsteking, mastitis ontsteking: ontsteking (Montfort) Door het feit dat de natte spenen (melk) een geschikte voedingsbodem vormen voor bacteriën en door de plaats van de uier (mest en vuil) is de kans op infectie groot. Streptococcen zijn de belangrijkste ziekteverwekkers. Bij een acute ontsteking is de uier gezwollen, pijnlijk en rood. De melk is meestal waterachtig en bevat vlokjes. Bij slepende gevallen vertoont de uier plaatstelijk knobbels en verhardingen. De melk ziet er meestal normaal uit (Berns, blz. 118). Zie ook wbd I.3, blz. 461. [N 52, 5a; A 48A, 10a; monogr.] I-11
uitgaan aan de zwier gaan: aan də zwier gaon (Montfort), de cafs afgaan: de cafés aafgaon (Montfort), op route gaan: op roet gaon (Montfort), pierewaaien: pierswaagə (Montfort) uitgaan, cafés bezoeken, aan de zwier gaan [lelijkeren, op de scheut gaan] [N 87 (1981)] III-3-1