19377 |
verdieping |
verdieping:
vərd‧ēpeŋ (L382p Montfort),
zolder:
zölder (L382p Montfort)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
30173 |
verdiept werk |
terugliggend voegwerk:
tǝrøkleqǝntj ˲vōxwęrǝk (L382p Montfort)
|
Ten opzichte van de metselstenen dieper liggend voegwerk. [N 32, 34b; monogr; N 32, 29d.]
II-9
|
24634 |
verdord |
kapot:
WLD
kapot (L382p Montfort),
verdord:
WLD
vèrdord (L382p Montfort),
verpieterd:
verpieterdj (L382p Montfort)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18823 |
verdriet; verdriet doen |
leed:
leid (L382p Montfort),
pijn:
pien (L382p Montfort),
verdriet:
verdreet (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
ps. dit is geen ij, maar een i en een j.
verdrijt (L382p Montfort)
|
een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] || leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)]
III-1-4
|
34155 |
verdrogen |
verzijen:
vǝrzii̯ǝ (L382p Montfort)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
34167 |
verdroogde kalf |
steenkalf:
stęi̯nkāf (L382p Montfort)
|
Kalf dat na afgestorven te zijn zonder bederf in de baarmoeder blijft zitten. [N 3A, 42]
I-11
|
21757 |
verduisteren |
achterhouden:
stiekem agterhaajə (L382p Montfort),
verduisteren:
verduisterdj (L382p Montfort)
|
ontvangen geld stiekem achterhouden [seminariën, taken] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17936 |
verdwenen |
foetsie:
foetsie (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
weg:
wèg (L382p Montfort)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23855 |
vereniging die de processiepaaltjes plaatst |
nabuurschap:
naobersjap (L382p Montfort)
|
De vereniging of groep die de dag voor de processie de paaltjes (met de processievaantjes) en de rustaltaren plaatst. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
30596 |
verf |
verf:
v ̇ęrǝf (L382p Montfort),
verǝf (L382p Montfort)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|