22349 |
verstoppertje spelen |
verbergen:
verberge (L382p Montfort),
Verberge (L382p Montfort),
/
Verberge (L382p Montfort),
verstoppertje spelen:
verstoppertje spelen (L382p Montfort),
wegsteken:
wegsteke (L382p Montfort)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || verstoppertje [SND (2006)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstøke (L382p Montfort),
verstøkt (L382p Montfort)
|
verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)]
III-1-2
|
30109 |
vertinborstel |
pleisterstek:
plēstǝrstɛk (L382p Montfort)
|
Lange stok met aan het uiteinde een soort spaan of borstel, waarmee de binnenzijde van schoorsteenkanalen ruw bepleisterd wordt. De specie die hierbij werd gebruikt, werd in Q 95a 'schouwplaaster' ('šǫwplǭstǝr') genoemd. [N 32, 25d; monogr.]
II-9
|
19304 |
vertrouwen |
vertrouwen:
vertroewen (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
vèrtroewə (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
21737 |
vervanger |
remplaant (fr.):
rampləsant (L382p Montfort),
remplacant (L382p Montfort)
|
iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18928 |
vervelend werk |
geneuk:
geneuk (L382p Montfort),
gepeuter:
gəpeuter (L382p Montfort)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18820 |
verveling |
verveling:
verveling (L382p Montfort),
vervèling (L382p Montfort)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kèrtjə (L382p Montfort),
treinkaartje:
treinkaertje (L382p Montfort)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19270 |
verwaarlozen |
veronachtzamen:
veronagsaamə (L382p Montfort),
verwaarlozen:
verwaarlozen (L382p Montfort)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18815 |
verwachting |
afwachten:
aafwagtə (L382p Montfort),
verwacht:
verwachtj (L382p Montfort)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|