e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijver poel: pool (Montfort), (m.).  poo.l (Montfort), wijert: wieërt (Montfort), wiǝrt (Montfort), ⁄ne wiejert (Montfort), (m. komt voor als toponym.  wie.jert (Montfort) klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)] || Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8, III-4-4
vilder vilder: veldǝr (Montfort) Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.] II-10
villen villen: velǝ (Montfort) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10
vilsnee vilsnee: velšnę̄ (Montfort) Een fout in het leer, ontstaan als men bij het villen in de huid sneed. [N 60, 7a; N 37, 7] II-10
vin vin: vin (Montfort, ... ), vinne (Montfort), WLD  vin (Montfort) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] || vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)] III-4-2
vinden vinden: vinje (Montfort) vinden [SGV (1914)] III-1-2
vinger vinger: vingers (Montfort), viŋər (Montfort) vinger [RND] || vingers [SGV (1914)] III-1-1
vinger, maat kleiner dan een duim vingerbreed: vinger breed (Montfort) de maat die een lengte aangeeft, kleiner dan een duim (2 1/2 cm) [vinger] [N 91 (1982)] III-4-4
vingerhoedskruid toortsen: -  toortsen (Montfort) vingerhoedskruid [DC 60a (1985)] III-4-3
vingers (spotnamen) fikken: fikke (Montfort), pinnen: B.v. blief dao mit dien pin vanaaf.  pin (Montfort), tien geboden: B.v. haai dien 10 gebaoje bie dich.  tieën gebaoje (Montfort) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1