22375 |
vlieger |
draak:
draak (L382p Montfort),
vlieger:
vleeger (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
/
Vleger (L382p Montfort),
Opm. korte i.
vligger (L382p Montfort)
|
Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || vlieger [SND (2006)] || vlieger (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
24773 |
vliegezwam |
duivelskaas:
eigen spelling
duuvelskees (L382p Montfort),
vliegekampernoelie:
WLD (? - niet goed leesbaar)
vliegen amper noelie (L382p Montfort)
|
Vliegenzwam: een giftige paddestoel met een melkblanke steel, een helrode tot oranje hoed met witte schubjes, een kraag om de steel en een gerande knol; insekten sterven als zij erop gaan zitten (vliegendood, vliegenkampernoelie, duivelskers). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21192 |
vliegtuig |
vliegmachine:
vleegmachine (L382p Montfort),
vleegməschien (L382p Montfort),
vliegtuig:
vleegtuug (L382p Montfort)
|
het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21193 |
vliegveld |
vliegveld:
vleegveldj (L382p Montfort),
vleegvèlt (L382p Montfort)
|
het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31214 |
vliegwiel |
zwongrad:
žwǫŋkrāt (L382p Montfort)
|
Zwaar, metalen wiel dat door zijn draaiing een machine telkens door het dode punt moet brengen. [N 33, 280b]
II-11
|
24499 |
vlier |
vlierenstruik:
fle:rəstroe:k (L382p Montfort)
|
vlierboom (sambucus nigra)
III-4-3
|
19380 |
vliering |
spijker:
spieker (L382p Montfort),
spīkər (L382p Montfort)
|
Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
33598 |
vlies in een vrucht |
vlies:
vlees (L382p Montfort),
WLD
vlies (L382p Montfort)
|
Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)]
I-7
|
24980 |
vlijns, geelbruine aarde |
bruine grond:
broene grondj (L382p Montfort),
hemelvleug:
hemel vleuig (L382p Montfort)
|
geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20006 |
vlijtig liesje |
vlijtig liesje:
eigen spelling
vlijtig liesje (L382p Montfort),
ook: waterluetjes
vlijtige liesjes (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
waterlootje:
ook: vlijtige liesjes
waterluetjes (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)]
III-2-1
|