23585 |
volkszang |
volkszang:
vlokszank (L382p Montfort)
|
Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
vol aaflaot (L382p Montfort),
volle aaflaot (L382p Montfort)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25201 |
volle maan |
volle maan:
volle maon (L382p Montfort),
volmaan:
vo.l mao.n (L382p Montfort),
voll maon (L382p Montfort)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24271 |
volop veren krijgen |
vluggen:
vlugge (L382p Montfort),
vol veren (worden):
vol véére (L382p Montfort)
|
volop veren krijgen (vluggen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (L382p Montfort),
bēr (L382p Montfort),
bē̜r (L382p Montfort),
bīęr (L382p Montfort)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
volwassen:
volwasse (L382p Montfort),
volwassə (L382p Montfort)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19412 |
vonk |
vonk:
vonk (L382p Montfort),
v‧oŋk (L382p Montfort)
|
Brandend of gloeiend deeltje dat ergens afvliegt (kester, vonk, geinster, sprankel, kleister) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20174 |
voogd |
momber:
moomer (L382p Montfort),
momboresse:
momes (L382p Montfort),
voogd:
voog (L382p Montfort),
voogd (L382p Montfort),
voormond:
Vroeger werd ook wel dit woord gebruikt; verband met duits: "vermund".
veurmondj (L382p Montfort)
|
iemand aan wie door de wet, de rechter of bij testament de taak is opgedragen om voor de belangen van de minderjarige kinderen te zorgen en hen te vertegenwoordigen i.p.v. de ouders [voogd, mommer, momber, mombaar, toeziender] [N 87 (1981)] || voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
18963 |
voor de gek houden |
foppen:
foeppə (L382p Montfort),
kullen:
kullə (L382p Montfort),
voor de gek houden:
veur de gek haaie (L382p Montfort)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21754 |
vooraanstaande |
voorname:
vuurnaamə (L382p Montfort)
|
een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)]
III-3-1
|