18889 |
voornemen |
plan:
plan (L382p Montfort),
voornemen:
veur neume (L382p Montfort)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23989 |
voornemen om niet meer te zondigen |
voornemen:
veurnumme (L382p Montfort)
|
Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19007 |
voornemens zijn |
betijd hebben:
cf. WNT s.v. "betijen"en "betijden"(zelfde bet.)
betijd hebben (L382p Montfort),
van plan zijn:
van plan zeen (L382p Montfort)
|
van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17852 |
vooroverduikelen |
stolpern (du.):
stolpere (L382p Montfort),
tuimelen:
tumele (L382p Montfort)
|
duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] || tuimelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
34132 |
voorpoten met dikke knie |
stalpoten:
stalpø̄t (L382p Montfort)
|
[N 3A, 143; monogr.]
I-11
|
21855 |
voorraad |
voorraad:
de veurraad (L382p Montfort),
veurraod (L382p Montfort)
|
de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25471 |
voorschoot |
leren scholk:
lērǝ šǫlǝk (L382p Montfort)
|
De doorgaans van leer vervaardigde voorschoot van de smid en loodgieter. [N 33, 4; N 64, 163a; L B1, 65c; monogr.]
II-11
|
18278 |
voorschoot, schort (alg.) |
scholk:
scholk (L382p Montfort)
|
voorschoot [SGV (1914)]
III-1-3
|
33353 |
voorstal, voedergang |
voergang:
vōrgaŋk (L382p Montfort),
voerij:
vrī, vri (L382p Montfort),
vōrī, vōri (L382p Montfort),
vǫu̯ri (L382p Montfort),
voorplaats:
vø̄rplāts (L382p Montfort)
|
Het voorste gedeelte van de stal, gelegen tussen de (brand)muur van het woongedeelte en de voedergoot van de koeien. In een enkele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar het woongedeelte gekeerd staan, is het tevens de voedergang. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de staart naar elkaar toe staan, is de voorstal meestal de wat bredere voedergang langs de voorste rij koeien. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar elkaar toe staan, bevindt de voorstal zich opzij van de dubbele koeienstand. In een dubbele langsstal, waarin twee rijen koeien in de lengterichting van de stal staan, is het de vrije ruimte tussen het woonhuis en de dubbele koeienstandplaats. In de voorstal wordt het voer klaar gemaakt, wordt voer voor direct gebruik bewaard en bevinden zich toestellen en machines, zoals bietensnijmachine en veevoederkookketel. De voorstal is soms een tussen stal en keuken gelegen, apart vertrek geworden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie afbeelding 8. [N 5A, 34a, 40a, 46a en 48a; N 4, 72 en 77; S 50; monogr.]
I-6
|
33355 |
voorstaldeur |
voerdeur:
vōrdø̄r (L382p Montfort),
voerijdeur:
vōridø̄r (L382p Montfort)
|
De deur van de voorstal, de gebruikelijke toegang voor personen tot de stal, waardoor tevens het groenvoer naar binnen wordt gebracht. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen (koestaldeur), (staldeur) en (stalpoort) het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3). [N 5A, 34b en 53b; add. uit N 5A, 53c]
I-6
|