e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte klaver, steenklaver steenklee: stęi̯n[klee] (Montfort), wilde klee: weljǝ [klee] (Montfort), witte klee: wetǝ [klee] (Montfort) Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.] I-5
witte kool kappeskool: kappeskoal (Montfort), kappesmoes: kappes moos (Montfort), kappesmoos (Montfort, ... ), witte kappes: witte kappes (Montfort) witte kool als gerecht [N Q (1966)] || witte kool, als plant of gewas [N Q (1966)] || witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7, III-2-3
witte krodde tasjes: WLD  teskes (Montfort) Witte krodde (thlaspi arvense 15 tot 40 cm groot. De plant is geelgroen en kaal. De stengels groeien rechtop en zijn al of niet vertakt; de wortelbladen zijn langwerpig, tevens gesteeld; de stengelbladen zijn pijlvormig en stengelomvattend, ze zijn lang [N 92 (1982)] III-4-3
witte kwikstaart akkermannetje: akkermenke (Montfort), akkermènke (Montfort) kwikstaart [SGV (1914)] || witte kwikstaart III-4-1
witte narcis paasbloem: WLD  paos bloom (Montfort), witte morgenster: -  witte morgenster (Montfort) witte narcis [DC 60a (1985)] || Witte narcis (narcissus poeticus). De rand der bijkroon is vliezig doorschijnend. De bloeistengel is samengedrukt met twee scherpe randen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, de dekslippen zijn sneeuwwit, de bijkroon is geel met rood (tijloos, paasbloem [N 92 (1982)] III-4-3
witte vloed knoeien: knǭi̯ǝ (Montfort) Baarmoederontsteking. Een voortdurende uitvloeiing van etter uit de schaam. Zie ook het lemma ''baarmoederontsteking'', ''witte vloed'' in wbd I.3, blz. 463. [N 52, 28; A 48A, 42; N 3A, 99] I-11
wittebrood mik: mik (Montfort), wittebrood: wittebrood (Montfort) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woede colre (fr.): koleire (Montfort), colrig (<fr.): kollèrig (Montfort), gift: gif (Montfort) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] III-1-4
woeker afzetterij: aafzittərie (Montfort), woeker: woekər (Montfort) oneerlijk behaalde winst [buit] [N 89 (1982)] || onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1
woekeren woekeren: woekere (Montfort) onwettige winst die verkregen is door misbruik te maken van de nood van iemand anders bijv. door te veel rente te vragen [woeker, woekerij, usure] [N 89 (1982)] III-3-1