id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33860 | zich bij het stappen op de voorhoeven trappen | (zich) vangen: vaŋǝ (Montfort) | [N 8, 75 en 79] I-9 |
19004 | zich gedragen | zich voegen: zich veugen (Montfort), zig veugə (Montfort) | zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
17938 | zich haasten | zich spoeden: oos spoje (Montfort) | zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2 |
19319 | zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon | comedie veil hebben: comeide feil hubbe (Montfort), veel kaskenades hebben: veul kaskənadəs (Montfort), veil hebben: veil hubbə (Montfort) | zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19047 | zich inbeelden | zich inbeelden: inbeelje, zich (Montfort) | inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4 |
18864 | zich kwaad maken | opgeregt (<du.) zijn: opgəreegt seen (Montfort), uit zijn slof schieten: oet zne slof scheten (Montfort), zich kwaad maken: zig kwaod maake (Montfort), zich oprichten: zig oprigtə (Montfort) | zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4 |
24047 | zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor | zich aangeven: zich gaon aangaeve (Montfort) | Zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor, "naar pastoor gaan". [N 96D (1989)] III-3-3 |
34232 | zich moeilijk laten melken | taai: tɛj (Montfort) | Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71] I-11 |
17974 | zich niet lekker voelen | zich niet goed voelen: neet good veule (Montfort) | Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)] III-1-2 |
33844 | zich over de rug wentelen | (zich) wentelen: wenšǝlǝ (Montfort) | Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9 |